Modules
Zoek module

NCV
CGT
WLC
LXX
SW
SVV
KJV
ASV
YLT
NCV

De NCV is een vertaling waarin wordt geprobeerd zo min mogelijk interpretatie in de vertaling te krijgen. Dit gebeurt door voor elk Grieks woord een Nederlands vertaalwoord te kiezen dat de lading zo veel mogelijk dekt, waarna alle voorkomens van het Griekse woord, tenzij het echt niet anders kan, met dat woord vertaald worden. Afwijkingen worden door tekens aangegeven zodat u, door de vertaling kan lezen, precies kunt zien wat het Grieks echt zegt.

Voor een uitgebreidere en algemenere introductie van de Concordante Vertaalmethode, zie de pagina over de Concordante Vertaalmethode, of lees het artikel dat André Piet heeft geschreven in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap, TRANSPARANTIE, GEEN INTERPRETATIE.
CGT

De Concordante Griekse tekst is een tekst die in 1926 voor het eerst verscheen van het Concordant Publishing Concern en inmiddels al de vierde druk kent uit 1975. Deze tekst is een meerderheidstekst, gebaseerd op de drie oudste handschriften: de codex Alexandrinus, Vaticanus en Sinaiticus. Dit zijn de vroegste gehele handschriften die we kennen en zijn zeer betrouwbaar. Samen met enkele papyri is elk verschil in de teksten onderling onderzocht en zo de beste lezing gekozen. Veel van de verschillen zijn goed te verklaren doordat bijvoorbeeld een overschrijver een stuk oversloeg tussen twee dezelfde woorden of twee dezelfde klanken. Zo zijn er meer veel voorkomende fouten die gemakkelijk met behulp van andere Griekse teksten op te sporen zijn. De wetenschap die dit doet heet tekstkritiek.

De CGT is uniek in zijn methoden en resultaten en behoort niet tot een bepaalde school of kritiekmethode. Maar omdat het gebaseerd is op dezelfde geschriften als andere Griekse teksten zijn de verschillen miniem, aangezien we zoveel Griekse manuscripten gevonden hebben en er zoveel bewaard is gebleven vlak na het schrijven van het NT zelf, dat er over misschien wel 95% van de Griekse tekst geen twijfel meer bestaat wat de oorspronkelijke tekst moet zijn geweest. Niets van de kern van het geloof is onzeker in de grondtekst. De CGT lijkt dus in de meeste plaatsen overeen te komen met Tischendorf, Westcott Hort, Nestle en andere 'autoriteiten' op dit gebied, maar stemt op enkele punten ook in met de kritiek die Scrivener heeft op deze versies. Wel frappant is het dat naarmate de tekstkritiek en wetenschap hieromheen is gevorderd en meer bewijzen aan het licht kwamen, de bekende Griekse teksten op steeds minder punten verschillen van de CGT. De CGT is dus een zeer betrouwbare Griekse tekst die Gods Woord goed representeert.
Einde van Lukas uit codex Alexandrinus, bl.uk
De oudste Griekse geschriften hadden geen accenten, kleine letters, spaties tussen woorden en ook niet een jota-subscriptum of een spiritus. Alles was in unicalen (hoofdletters) aan elkaar geschreven. Deze dingen zijn dus ook weggelaten uit de CGT. In het interlineair zijn de woorden wel gescheiden om zo de andere informatie eronder te kunnen passen. Meer informatie is te vinden in de inleiding van het boek Concordant Greek Text, van het Concordant Publishing Concern (1975), te koop op concordant.org.

De CGT is door André de Mol, van het programma ISA dat verkrijgbaar is op scripture4all.org, gedigitaliseerd en voorzien van strongnummers. Deze data is met zijn toestemming gebruikt om er het interlineair mee te maken.
WLC

De Westminister Leningrad Codex is de digitale weergave van de codex Leningradensis, het oudste nog bestaande complete handschrift van de masoretische tekst van de Tenach, daterend uit het jaar 1008, die in de Russische Nationale Bibliotheek te vinden is. De codex bestaat uit meerdere onderdelen. Allereerst bevat het de consonantentekst. Het oude testament werd oorspronkelijk in Hebreeuwse consonanten opgeschreven, zonder vocalen. In de tijd waarin het Hebreeuws steeds minder gesproken werd, zijn verschillende uitspraaktradities ontstaan. Een daarvan, de Tiberische, is in de codex Leningradensis vastgelegd met vocaaltekens. Daarnaast bevat de codex Leningradensis een aantal zangtekens, die bepalen hoe de tekst gezongen wordt.

In tegenstelling tussen de CGT, is de WLC geen reconstructie van de oorspronkelijke tekst. Het is niet vergeleken met alle andere gevonden handschriften om de oorspronkelijke tekst zo dicht mogelijk te naderen. Dit moet bij het gebruik van de WLC steeds in het achterhoofd gehouden worden: het is geen grondtekst zoals de CGT en moet ook niet zo gebruikt worden. Wel is de tekst zodanig betrouwbaar overgeleverd, dat het weinig afwijkt van wat de oorspronkelijke tekst zou zijn geweest, en is daardoor wel waardevol voor onderzoek. Een ander ding dat in het achterhoofd gehouden moet worden, is dat de uitspraaktraditie, de vocalen, niet oorspronkelijk zijn.
LXX

De Septuagint, ook wel LXX genoemd, is waarschijnlijk de oudste complete Griekse vertaling van de Hebreeuwse bijbel, gemaakt in Alexandrië, Palestina en mogelijk nog andere plaatsen. De hele Hebreeuwse Bijbel is niet in één keer vertaald, maar in fases en door meerdere vertalers. De vertaling is waarschijnlijk begonnen in de derde eeuw voor Christus. De Septuagint wordt ook wel met LXX aangeduid, vanwege een legende over het onstaan van de Septuagint. Volgens de brief van Aristeas is de vertaling ontstaan op verzoek van de Ptolemeese koning Pliladelphus, voor zijn bibliotheek in Alexandrië. Hiervoor liet hij 70 of 72 vertalers vanuit Jeruzalem komen met rollen uit de tempel. Deze vertalers kwamen op een wonderbaarlijke manier allemaal op dezelfde vertaling van de Thora uit.

De versie van de Septuagint die hier te onderzoeken is, is een kritische editie gemaakt door Alfred Rahlfs, herzien door Robert Hanhart.

De Septuagint is een vertaling en zou daardoor niet als grondtekst gezien en gebruikt moeten worden. Wel is de tekst van groot belang voor onderzoek van het NT en de wortels ervan in het OT. Veel van de citaten uit het NT komen overeen met de LXX en woordgebruik en manier van vertalen heeft veel invloed gehad op het NT.
SW

De Schriftwoordvertaling is een zo concordant (letterlijk) mogelijk vertaling, gemaakt door Wim Janse, gebaseerd op het interlineair van ISA dat verkrijgbaar is op scripture4all.org. De vertaling is te vinden op schriftwoord.nl. Door de keuze voor een letterlijke vertaling, zullen enkele vreemde woorden in de tekst voorkomen.

In deze vertaling is in het Oude Testament de titel "God" vervangen door de Hebreeuwse titel "Elohim". Elohim betekent "Onderschikker" of "iemand doorheen wie El werkt".
El is de Vader van onze Heer, Christus Jezus.
In Genesis 1 is de Zoon van El de Elohim doorheen wie El werkt.

Het woord "Heer" of "Heere/Here" is vervangen door wat er werkelijk staat: "JAHWEH", de Naam van El.

Voor meer informatie over de Naam en titels van God leze men
De Goddelijke Naam en Titels, een serie van 5 delen door A.E. Knoch.

Aion - dit wordt in andere vertalingen meestal met "eeuwig" vertaald. De betekenis was, in de tijd dat het Oude en Nieuwe Testament werden geschreven, echter niet "eindeloos" (eeuwig), maar "een stuk tijd met een begin en een einde." Als er in het OT en NT over aionen wordt gesproken, dan gaat het over lange stukken tijd. De huidige aion loopt bijvoorbeeld al ruim 4300 jaar.

Aionisch (e) - "voor de duur van de aion."

Er is geprobeerd een goed Nederlands woord te vinden voor aion, maar het is er gewoon niet. Men zal dus het woord aion aan de taalschat moeten toevoegen. Na enige gewenning is het verder zeer wel hanteerbaar en het verduidelijkt de tekst zeer.
SVV

De Statenvertaling is de eerste officiële Nederlandstalige Bijbelvertaling, die rechtstreeks uit het oorspronkelijke Hebreeuws, Aramees en Grieks werd vertaald. De opdracht voor de vertaling werd in 1618 gegeven op de Synode van Dordrecht; de Staten-Generaal werd gevraagd de vertaling te betalen. In 1637 werd de Bijbel goedgekeurd en gepubliceerd. Sindsdien heeft de vertaling een grote invloed op de ontwikkeling van het Nederlands gehad en wordt vandaag de dag nog gebruikt in deverse kerken. De Statenvertaling staat bekend om een zeer nauwkeurige vertaling.
KJV

Men zegt dat toen William Tyndale (1494-1536) op de brandstapel werd gezet omdat hij het Nieuwe Testament in het Engels vertaalde in 1526, zijn laatste woorden "Heer, open de ogen van de koning!" waren. Kort daarna werd de Bijbel op koninklijk bevel beschikbaar gemaakt in het Engels. In 1604, 85 jaar na Tyndale's werk, keurde King James I een vertaling goed voor gebruik in de Kerk van Engeland. Het resultaat hiervan was de King James Version, oftewel KJV, uit 1611. Dit is een werk van groot gewicht, nauwkeurig onderzoek en een literare kwaliteit die de Engelse taal en literatuur honderden jaren lang heeft beïnvloed, van duizenden preekstoelen is gesproken, door talloze schrijvers is geciteerd en miljoenen naar de vrijmakende kennis van de Heer Jezus CHristus heeft geleid. Al heeft modern onderzoek geleid tot herzieningen die voor meer nauwkeurigheid en leesbaarheid gingen, de KJV is nog steeds de bron van inspiratie voor de meeste letterlijke Engelse vertalingen.
ASV

Deze vertaling is voortgekomen uit het werk dat was gedaan voor de Revised Version (RV). In 1870 werden naast Amerikaanse religieuze leiders ook geleerden uitgenodigd te werken aan het Revised Version project. Een jaar later werden 30 geleerden uitgekozen door Phillip Schaff. Deze geleerden begonnen hun werk in 1872. In 1901 werd de American Standard Version (ASV) gepubliceerd. Het heeft ondertussen een reputatie opgebouwd als een rotsvaste vertaling van de oorspronkelijke Griekse en Hebreeuwse teksten.
YLT

Robert Young (1822-1888) was een Schotse redacteur en uitgever die zich enkele oude talen eigen maakte door zelfstudie. Serieuze studenten van de Heilige Schriften hebben door de jaren heen Young's Literal Translation van de Heilige Schriften (YLT) ervaren als een excellente, letterlijke vertaling. De YLT is een strict letterlijke en idiomatische weergave van de originele Griekse teksten. De Griekse tekst die vertaald is, is de Textus Receptus, waar ook de KJV van vertaald is.

Volgende module
Vorige module